Op dit moment zit ik in de trein naar Amsterdam en de zenuwen gieren door mijn lijf, want morgen is het zover: de marathon.

Nu is de marathon zelf natuurlijk een hele belevenis, maar ook de weg erheen was een avontuur. Ik neem je daarom graag even mee.

Sportrusten

Ik heb altijd geroepen dat ik geen lange afstandloper ben en dat ik nooit een marathon zou lopen. Maar toch begon het te kriebelen na 2 halve marathons. Wat me voor deze beslissing voornamelijk tegenhield was de super intensieve trainingsperiode: trainingen van 25, 30 en 35 kilometer zijn zwaar en heel moeilijk in mijn schema te passen. Daarbij komt dat de kans op overtraining dan best op de loer zou liggen en een blessure kan ik in verband met mijn werk niet gebruiken. Al langer kende ik Sportrusten en na een middagje op hun website ervaringsverhalen lezen over de marathon en de trainingen was ik over de streep. Zo schreef ik me vrij impulsief in voor de grootste sportieve uitdaging van mijn leven: de marathon.

Sportrusten is anders: je hoeft namelijk maar maximaal tot 14 km te trainen. En het schema duurt maar 100 dagen. Het schema belooft dat je minder traint, maar goed voorbereid en uitgerust aan de start staat. Je traint op hartslag en je traint maximaal 4 keer per week. Bovendien zijn er duizenden mensen voor mij gefinisht bij een (halve) marathon.

4 keer per week trainen?

Dat doe ik dus vanaf het begin niet: omdat ik al veel op de been ben en rustig hardloop met mijn coachees sla ik bewust (en in overleg met Sportrusten) een aantal trainingen over. In het begin doe ik 1 lange duurloop op een lage hartslag en doe ik een tempoloop per week en als ik ruimte heb, doe ik nog een extra training.

Ademhaling is ook een belangrijk onderdeel in dit schema, maar daar hoef ik niet aan te wennen: hier richt ik me ook tijdens het coachen en trainen al jaren op. Alles wat ik hierover geleerd heb in de afgelopen jaren, komt van de mensen achter Sportrusten.

Overigens train ik ook nog één keer in de week in de sportschool: fitness of een kick box training.

Hartslag en ademhaling

Ik zal je alle ‘technische’ details besparen. Maar in het begin bleek het best heel lastig om mijn goede hartslag zones te berekenen en er op te trainen. Mijn horloge bleek dit helemaal niet accuraat te doen, hij gaf namelijk veel lagere hartslagen aan. Ik was dus veeeeeel harder aan het lopen, dan nodig, niet echt handig en vooral heel uitputtend. Hier kwam ik gelukkig snel achter en ik kocht een hartslagband die wel accuraat is.

Het duurde best even voordat ik gewend was aan het lopen op hartslag, want ik moest vaak heel langzaam lopen om in de laagste zone te blijven. Dit frustreerde nogal. Door zo te trainen zou ik uiteindelijk harder kunnen lopen met dezelfde lage hartslag, spoiler alert: dat viel af en toe vies tegen.

De warmte van afgelopen zomer zorgde er bovendien voor dat mijn hartslag sowieso al hoger was en het tempo vaak laag lag. Nu denk je misschien: ‘zo belangrijk is je snelheid toch niet, het gaat toch niet alleen om prestatie, dat zeg jij toch altijd zelf, Goudje Haadsma?’ En dat klopt: maar toen ik ineens weer enkel en alleen op statistieken ging lopen, merkte ik dat die prestatiedrang er direct weer insloop.

Al voor de helft van de trainingen (ergens tussen dag 40 en 50) had ik een enorme dip, het bleef maar warm en het lopen bleef maar moeizaam gaan.

Bloed, zweet en tranen

In de 100 dagen had ik enorm veel dalen: ik was op vakantie in Libanon, waar het zelfs ’s nachts 33 graden was, te warm om te sporten. Ook in Nederland was het vaak warm, en ook al ging ik wel, het was vaak zwaar en daardoor vielen resultaten me vaak best tegen.

In augustus na mijn vakantie waren er bovendien nogal wat feestjes, die ik natuurlijk niet kon missen. Dit had logischerwijs een enorme weerslag op het hardlopen en mijn fysieke gestel. Een balans hierin vinden ging heel moeizaam, want ik wilde overal bij zijn, maar ook trainen. Dit had ik wel voorzien, maar een volgende keer zou ik dit anders aanpakken. Hoe? Dat weet ik nu niet.

Na die periode ging het eventjes beter, maar na een paar dagen werd ik ook nog grieperig, waardoor het lopen helemaal niet meer ging. Toen ik hier weer zo’n beetje van hersteld was, stond er een ‘snelle’ 10 kilometer op de planning. Die 10 kilometer ging echter helemaal niet snel! Ik kwam mezelf fysiek, maar vooral mentaal enorm tegen: 10 kilometer lang, liep ik te vloeken en te tieren op mezelf. Ergens halverwege dacht ik nog: ‘joh, ik kan nog steeds hardlopen, zo slecht gaat het toch niet?’ Maar die woedende stemmetjes hadden de boventoon. Huilend kwam ik thuis. En dat terwijl hardlopen me ALTIJD een goed gevoel geeft. Ik was ervan overtuigd dat ik die marathon wel op mijn buik kon schrijven. Een halve week later ondernam ik toch een nieuwe poging: er stond 13 kilometer op het programma. Fysiek voelde ik me iets beter, maar ik had vooral geleerd van de vorige keer: die strenge stemmen helpen me niet. Ik besloot alles even los te laten, me niet te veel te focussen op hartslag en snelheid. Van te voren was ik echt bang om te falen, maar toen ik de 10 kilometer haalde, juichte ik! Hoewel ik deze training geen minuut sneller was, lukte het me nu wel om vertrouwen te krijgen: het echte verschil zat hem in hoe ik mezelf toesprak en hoe ik me meer focuste op de buitenwereld.

Vanaf toen ging het eindelijk echt beter. Ik liep nog een keer 18 kilometer in de stromende regen: tergend langzaam ging ik, maar ik heb oprecht van elke kilometer en elke regendruppel genoten.

Bloed en blessures zijn me gelukkig bespaard gebleven. Dit komt waarschijnlijk met name doordat rust en herstel een heel belangrijk onderdeel zijn in dit schema.

De 4 mijl

Als een na laatste onderdeel van dit proces liep ik vorige week de 4 Mijl van Groningen. Mijn favoriete hardloopevenement. Van te voren had ik besloten dat ik me rustig zou houden (vorig jaar ging ik nogal over mijn grens, daar lees je hier meer over), dat ik zou luisteren naar mijn  lichaam en dat ik vooral moest genieten. Nu nog een blessure lopen, zou zo zonde zijn 😉. Bovendien dacht ik dat ik toch niet zo snel zou kunnen lopen, omdat ik dat al weken niet kon.

En wat ik niet had verwacht gebeurde: ik liep een PR! Zonder mijn grenzen over te gaan, hoewel het echt wel een pittige loop was.

Rust

En nu ben ik al een week in rust, op een paar coach-uurtjes na, waarin we rustig liepen en veel wandelden. Het gekke is dat er nu een aantal rare pijntjes omhoog komen: mijn rechterheup voelt al tijden een beetje gekkig (ik denk niet dat dit de juiste medische omschrijving is) en ik kreeg ineens last van mijn onderrug. Met yoga en wandelen heb ik getracht hier verbetering in te brengen, maar we gaan het morgen zien.

Bovendien ben ik nogal gefocust op mijn lichaam: volgens mijn zusje beeld ik me van alles in. Het zullen de zenuwen wel zijn.

Morgen

En dan is het morgen ineens zover! Ik vind het spannend, ik durf geen voorspellingen te maken over hoelang ik er over ga doen, maar ik hoop gewoon niet te lang 😉.

Ik heb met mezelf de harde afsprak gemaakt dat ik moet opgeven als het niet gaat, als ik bijvoorbeeld echt pijn krijg en dat ik moet blijven luisteren naar mijn lichaam.

Mijn zusjes lopen beide hun eerste halve marathon en familie staat aan de kant voor support, het wordt dus sowieso een prachtige dag! Bovendien mag ik morgen na een maand niet drinken, weer een biertje, hoe fijn is dat😉?

Lees ook:

Waarom hardlopen goed voor je is, als je niet goed in je vel zit

Prestatiemaatschappij

4 mijl over mijn grens heen